MoNologenFestival 2015

DAG 1

 

20 MAART 2015

Monologenfestival

 

Op de eerste dag van het Monologenfestival 2015 zijn

zes monologen te zien. Het thema is dit jaar ‘Macht’

en alle voorstellingen zijn dit keer door Tessa Naber

in één vorm gezet met behulp van vormgever Vasilis

Apostolatos en met achtergrondprojecties van Peter

van Tiel.

 

Aad Fase

RICHARD III & HAMLET – COACH: TESSA NABER

Degene die het spits mag afbijten is Aad Fase en hij waagt zich aan de volgens velen

grootste Engelse toneelschrijver aller tijden, William Shakespeare. Geen wonder, want

bijna al zijn stukken gaan over macht. Na een korte inleiding verstopt Aad zich ergens

achter het decor en komt weer tevoorschijn in een hevig vervormde lichaamshouding

als de gestoorde koning Richard de Derde. In de moderne bewerking van Tom Lanoye

speelt hij eerst een stukje Risjaar Modderfokker de Derde. Even daarna is hij weer

gewoon zichzelf voor zover je gewoon jezelf kunt zijn op toneel. Dan speelt hij nog

een stukje Hamlet, Te zijn of niet te zijn, dat is de kwestie. Dat laatste niet echt een

stuk over macht en misschien had hij zich beter kunnen beperken tot Richard III. Wat

betreft de tekstbehandeling (hondsmoeilijk ook) gaat het niet overal geweldig. Maar

Aad is een kundig acteur en met name in het fysieke brengt hij het er goed vanaf.

Hoogtepunt in dit kleine stukje is de masturbatiescene.

 

Lenie de Swart

ANNIE – REGIE: RENE ROZA

Geschreven door Eric Schneider is dit het verhaal van een moeder en haar kind of een

kind en haar moeder, het is maar vanuit welk standpunt je het bekijkt. Wie van de

twee heeft de ander in zijn macht. Daar draait het hier om. Lenie de Swart is mooi

kwetsbaar in haar nachthemd. Het is voor haar de eerste keer dat ze een monoloog

speelt en het is moedig van haar een ingewikkelde relatie als deze te spelen. Als ze

het schouderbandje van haar nachthemd naar beneden schuift ben ik even benieuwd

of ze zich letterlijk bloot zal geven maar zover gaat ze niet. Soms raakte ik de draad

van het verhaal kwijt omdat het verhaal heen en weer zwalkt. Dat neemt niet weg dat

dit een mooie kwetsbare monoloog is.

 

Francis van Berkel

HET TEMMEN VAN DE FEEKS – REGIE: MARTINE VAN DITSHUIZEN

Opnieuw Shakespeare maar nu de monoloog van een vrouw. De slotmonoloog van Het

temmen van de feeks waarin Katharina laat zien dat ze zich volledig overgeeft en

schikt naar de wensen van haar man. Met grote gebaren en vanaf één van de vele

dozen waarmee het decor gevuld is, spreekt ze ons toe. Gekleed in een eenvoudige

grijze jurk ziet ze er uit als een moderne vrouw die je op het kantoor waar je werkt

zou kunnen tegenkomen. Hier en daar had er wat meer lucht in de monoloog kunnen

zitten door gas terug te nemen, meer stiltes te laten vallen en het volume te laten

dalen. Nu was het geheel te vlak en iets teveel van hetzelfde.

 

Fabian Smit

THE GREAT DICTATOR – REGIE: RENE ROZA

Een bijzondere bewerking van de slotspeech van The Great Dictator van Charlie

Chaplin. Gekleed in het kostuum van een terrorist of jihadist steekt Fabian Smit een

moderne preek af waarin hij pleit voor meer menslievendheid. In het begin als hij nog

op zoek is naar woorden weet hij het publiek te raken en tot lachen te brengen. Maar

langzamerhand verzandt zijn verhaal, wordt hij een dolende in de woestijn en neemt

de spanning meer en meer af. Waardoor het meer een fragment uit een voorstelling

lijkt dan een afgerond geheel. Dat is jammer want Fabian is duidelijk een acteur die

kan spelen. Een beter afgerond stuk tekst had hem geholpen dat beter over het

voetlicht te brengen. Maar het maakt nieuwsgierig naar het gehele stuk.

 

Pia Naber

EENDAGSVLIEG EEN – REGIE: MIRJAM VELDHUIZEN VAN ZANTEN

Pia Naber pakt het publiek vanaf het eerste moment in. Dat doet ze als een volleerd

cabaretière door het publiek eerst maar eens de opdracht te geven om allemaal te

gaan staan. Wat dat verder met het stuk te maken heeft blijft onduidelijk maar

daarmee is de toon gezet. Wij hangen aan haar lippen.

Haar Eendagsvlieg (een monoloog gemaakt in één dag, tussen negen uur ’s ochtends en

vier uur ’s middags) is gebaseerd op het boek Dit kan niet waar zijn van Joris

Luyendijk over zijn tijd in de Londense city tussen de bankiers. Ze speelt een ijdele

vrouw wiens werk het is om mensen te ontslaan, dat ze dat met zeer veel plezier doet,

en ze vertelt ons welke tactieken ze daarvoor gebruikt. Dat doet ze zoals gezegd op

bijzonder komische wijze. Dit is lach of ik schiet theater. Maar de beste scène is die

waarin ze niets zegt en met haar fysiek op schokkerige wijze laat zien dat ze geen

enkele scrupule heeft.

 

Paul Duisterwinkel

EENDAGSVLIEG TWEE – REGIE: MIRJAM VELDHUIZEN VAN ZANTEN

Pia Naber wordt tijdens haar monoloog bespioneerd met een verrekijkertje door Paul

Duisterwinkel. Hij speelt de tweede Eendagsvlieg over een vader die zijn kind opvoedt.

In het begin weet hij dat kind nog behoorlijk in zijn macht te houden maar in de

pubertijd loopt het mis. Paul speelt de overgang van dictatoriale vader naar

machteloze vader mooi. Dit is een simpele schets uit het dagelijks leven van alleman.

Goed gedaan, met liefde gespeeld.

Tot slot

 

DE VORM

Alle monologen staan in een behoorlijk dwingende vorm. Dat heeft als voordeel dat de

avond een geheel is geworden zoals de organisatoren Roeland Derksen en Tessa Naber

ongetwijfeld bedoeld hebben. Geen decorwisselingen en donkerslagen tussendoor.

Enkel steeds dezelfde spelers met grote blokken op sleeptouw. Waarbij het plotselinge

rennen mij dan weer stoorde, het leverde ook een onbedoelde lach bij het publiek op.

Voordeel is dat een hoop gedoe verdwenen is.

Nadeel echter is dat de eigenheid van de monologen verdwijnt. Zeker de videobeelden

die tijdens elke monoloog dezelfde zijn, een rondraaiend tandrad, maken er een

eenheidsworst van. Liever zou je zien dat per monoloog een passend achtergrondbeeld

de tekst en het spel had aangevuld. Dat is jammer van een goed

idee. De tweede dag

waren de monologen langer waardoor dit minder stoorde.

CONCLUSIE

Al met al een mooie eerste avond van het Monologenfestival in een spannende nieuwe

vorm.

Minnekus de Groot

DAG 2

Monologenfestival 2015 Rotterdam

Locatie: Theater ‘t Kapelletje

Zaterdag 21 maart 2015

 

Het Monologenfestival Rotterdam heeft een nieuw concept. Alle monologen worden samengebracht in een conceptuele aanpak en gesmeed tot een Gesamtkunstwerk. Een som der delen waarbij het eigenaarschap aan het collectief is. In een toneelbeeld van Vasalis Apostolatos vormen acht witte blokken een steeds nieuw beeld.  De acteurs verplaatsen de blokken tussen de monologen in, waarbij zij lopen in een grid-structuur, gedreven door een onzichtbare macht. Dit alles in een fraai lichtspel ondersteund door videobeelden(Peter van  Tiel) en muziek met een forse, dwingende beat.

 

Festival organisatoren Tessa Naber en Roeland Derksen hebben gekozen voor deze formule om de bijdragen van de deelnemers te vormen tot één product waarin het thema macht in al zijn facetten kan worden getoond. Het is een dwingende structuur waarin de individuele bijdrage van de deelnemer soms oplost in het concept.  Maar het levert ook prachtige beelden op waarin de eenzaamheid van de acteur en zijn monoloog, zich smeedt tot een nieuw groepsproces.

 

Deze opzet biedt de mogelijkheid om ook kleine bijdragen of een geïsoleerde monoloog uit het wereldrepertoire een volwaardige plaats te geven op een festival als dit. De organisatoren zijn met deze aanpak een interessante weg ingeslagen om zodoende het  Monologenfestival ook voor kleinere bijdragen toegankelijk te maken. De Eendagsvlieg (overdag gemaakt, ’s-avonds gespeeld) is dan wel minder onderscheidend en herkenbaar als een niche.

 

Reinier van Mourik (Eendagsvlieg)

Er ligt een grote berg schoenen op het toneel . Een man sorteert ze zorgvuldig en neemt onze blik direct mee in het zoeken naar de bijhorende schoen. Je hebt de neiging om even te gaan helpen. Maar dan maakt hij een selectie in zijn voetvolk: niet teveel vrouwen, geen Amerikanen, geen wandelaars en gooit hun schoenen nonchalant in de coulisse. De dictator laat het volk marcheren naar een nieuwe bestemming die nog een dag lopen is. Maar de schoenen lopen niet en nieuwe uitsluiting volgt. Een mooi begin van de voorstelling die het thema macht direct duidelijk maakt. Het einde laat zich teveel raden en roept de vraag op of de macht van de dictator dan toch de macht van het volk kan zijn? Reinier van Mourik geeft  met deze Eendagsvlieg, in een regie van Fedde van der Spoel , een mooi beeld van de vluchtigheid van de macht.

 

Patricia Oskam  (Een vreemd paar schoenen)

Een vrouw breekt in bij haar ex omdat zij door de brievenbus een vreemd paar schoenen ziet staan in zijn gang. We kruipen in het hoofd van de vrouw die ons soms op rauwe wijze deelgenoot maakt van haar gedachten. Ze is niet koekoek en zal dat meerdere malen herhalen terwijl wij als publiek ons steeds meer gaan afvragen of we nog wel deelgenoot zijn van haar realiteit. Ze pakt niet door en gaat niet de slaapkamer in waar haar ex met de vreemde vrouw is. Zij verkleedt zich en maakt van haar kleren en de schoenen, de vrouw die haar plaats heeft ingenomen. Wie zal zij aan het eind vermoorden; de vrouw of haar gedachten? Patricia Oskamp speelt de tekst van Dirk van Pelt, in een regie van Rick Bouwens, op een geagiteerde manier. Ze is boos, maar het mes dat zij aan het einde uit haar tas pakt, komt toch onverwacht. Misschien had ze daar meer naar toe kunnen werken en had een modulatie van haar gemoedstoestand de spanning nog meer in deze monoloog gebracht.

 

Anja van Rooijen (Welcome to the machine)

Anja speelt in een eigen tekst een ervaring op school. Een nieuwe leraar komt in de klas en probeert de leerlingen direct de wind uit de zeilen te nemen door te zeggen dat hij een lul is. Fout, de groep ruikt bloed en zal de leraar ook offeren, het is zijn eigen schuld want hij heeft de machine zelf in gang gezet. We horen over de twijfel van het individu, die wel anders zou willen maar moeiteloos meegaat in het getreiter van het collectief. Conformeer ik mij of niet? Kom ik in actie? Dat geeft dit verhaal iets triests en machteloos mee. Anja laat ons die twijfel goed zien en vraagt ons impliciet daarover na te denken. Wat zou jij doen of misschien wel, wat heb jij gedaan op school? De hand van een regisseur wordt gemist in deze monoloog  waardoor de spanning wegebt in een klaslokaal dat aan het begin sterk aanwezig was maar oplost in een tragisch einde.

 

Yareth Habermehl (Eendagsvlieg)

“Wilt u even gaan staan?” Evenals de dag ervoor gaat het publiek gewillig staan. Maar we moeten vandaag meer dan dat. Beelden maken, ze onthouden, weer vergeten en op het klapje van de acteur in een nieuwe houding gaan staan. Het is even grappig, maar begint al snel te schuren en het duurt te lang. De macht van de acteur die zijn personage het publiek laat manipuleren. Yareth doorbreekt de code van het theater, die bepaalt híj speelt en dat wij kijken naar hem in een vormgegeven ruimte.

Wat wil deze Eendagsvlieg, in een regie van Saskia van den Bergh, mij laten zien? Als experiment is het geslaagd, maar het laat mij achter met de vraag wat nu is bewezen of wat mijn aandeel als publiek in deze voorstelling heeft betekend. Of was het de macht van de eenling en moet ik die macht ondergaan, mijn mond houden en hopen dat ik niet wordt aangewezen?

 

Han Hazewindus (Eendagsvlieg)

Na de pauze ligt de speelvloer bezaaid met blaadjes waarop tekeningen en woorden staan. Geen loopbewegingen in  het grid maar een verstilling die meteen opvalt. Han Hazewindus, beperkt door zijn parese, tekent poezen en doet een logopedische spraakoefening over een poes die doorzet.

Een stem moedigt hem aan om de woorden te zeggen die hij niet meer bezit. De macht van het woord is hem ontnomen maar hij blijft poezen voor ons tekenen met een grote vaardigheid. Hij bokst op tegen het onmogelijke en speelt een kat en muis spel met de onmacht. Het is een fraai beeld dat vraagt om verstilling, zeker wanneer hij tot tweemaal toe help zegt. Wat nu? Ga ik helpen of neem ik mijn rol als publiek. Han speelt, in een regie van Rick Fingal, in een natuurlijke betrokkenheid zijn spel met ons en laat zien dat hij verder is dan wij.

 

Nadine Baadjou (0291870)

In een haast natuurlijke overgang begint Nadine het toneelbeeld aan te passen en de vloer die bezaaid ligt met papiertjes op te ruimen. Ze praat op een natuurlijke manier met ons over haar dagelijkse zorgen en keuzen die zij moet maken. Wie ben ik en hoe verhoudt ik mij tot de wereld? Existentiële vragen in een wereld waar alles kan. Zij vindt een document in een kistje en leest een rapportage voor over haar opa die in het Jappenkamp heeft gezeten. Haar opa vraagt erkenning voor hetgeen hem is aangedaan en Nadine is nu zijn stem.  Het brengt haar tot het inzicht dat haar zorg niets betekent ten opzichte van de zorgen die haar opa had.

Nadine speelt vol liefde dit persoonlijk verhaal. Het is jammer dat zij de rapportage voorleest. Het haalt het naturelle uit haar spel en zet het drama van het verhaal op afstand. Een mooie voorstelling die een verdere uitwerking  verdient.

 

Lotte Kok (Macbeth moet dood)

Lotte heeft het gehad en laat ons op luide en boze toon, in een eigen tekst, weten hoe het zit in de wereld. We zappen weg en sluiten onze ogen. Het is niet helemaal duidelijk of zij dat goed vindt of niet. In een korte felle monoloog staat zij met veel kracht en overtuiging ons te woord.  Om haar heen liggen de lijken die wij dagelijks in de media krijgen voorgeschoteld.  Ze komt tot de conclusie dat wij onze ogen moeten sluiten voor de wreedheid.  Maar is dat goed? Het lijkt een bevel, maar waar word ik op aangesproken? Lotte speelt met kracht en grote gebaren. Ik vroeg mij af hoe deze tekst zou klinken als hij met verdriet of verbazing was gespeeld.

 

De spelers van de avond vormen in een slow-motion een eenvoudig eindbeeld waarin zij het slagveld van de macht achter zich laten. Een korte nabespreking  van Mirjam Veldhuijzen van Zanten geeft de verschillende bijdragen wat achtergrond en plaatst het concept in een breder perspectief. Een geslaagd festival waarin iedereen huiswaarts gaat met een hyacint, ons aangeboden door het festival. De hyacint die verbonden is met onder andere schoonheid en sportiviteit. Gemaakt door de god Apollo die weer verbonden is met de oorlog en de dichtkunst.